Een avondje met Amsterdamse brouwvereniging de Bierkaai

“Welkom in de krochten van Homeland”, zegt de man die vanaf de hal van het pension op het Amsterdamse Marineterrein de weg wijst. Deurtje door, trappetje af, gangetje door. Dan een in rood tl-licht badende kelder waar mannen over bierbrouwen zitten te praten. Het gaat over brouwtechnische aangelegenheden als maischschema’s en het controleren van vergisting. Er worden tips uitgewisseld. “Wat ik altijd doe..”, begint iemand een uiteenzetting over filteren. 

Van overhemd tot punkrockshirt
Er zit een man of tien en het worden er langzaamaan meer. Uiteindelijk zijn het er zo’n twintig. De een is keurig in overhemd, de ander draagt een punkrockshirt. Het zijn allemaal mannen, variërend  van achter in de twintig tot de pensioengerechtigde leeftijd. Allemaal leden van Amsterdamse brouwvereniging de Bierkaai en een enkeling die dat ook wil worden.

De samenkomst vormt de afsluiting van een brouwcursus die de vereniging dit jaar organiseerde. Deelnemers hebben hun eerste naar eigen recept gebrouwen bieren mee en die worden door de rest van het gezelschap zorgvuldig gekeurd. Er worden formulieren uitgedeeld waarop notities over kleur, geur, smaak en doordrinkbaarheid ingevuld kunnen worden. De proefglaasjes gaan eerst omhoog richting het rode tl-licht, hangen dan een tijdje onder een neus, om vervolgens vakkundig leeggesipt te worden.

17 strippen
Niet iedereen is cursist, een aantal aanwezigen brouwt al een paar jaar en komt voor kennisuitwisseling en gezelligheid. Ronald Opsomer brouwt al sinds het midden van de jaren tachtig. Hij begon als student, in Bolsward, waar in de verre omtrek geen brouwingrediënten te krijgen waren. “Dan moest ik met de bus. Van Bolsward naar Zurich naar Alkmaar naar Purmerend naar Amsterdam. Dan was mijn hele kaart vol, 17 strippen.” Verkleumd kwam hij dan bij Van Til aan de Weesperzijde aan. “‘Je zal het wel weer koud hebben jongen’, zeiden ze daar altijd en dan gaven ze me een kopje thee.” Met een paar kilo mout en wat hop op zak begon hij na dat kopje thee aan de terugtocht. “Tegenwoordig tik je online even wat in en binnen de kortste keren is het er.”

Online vond Ronald ook de toekomstige medeoprichters van de Bierkaai. Op het forum van hobbybrouwen.nl was al geregeld met verbazing en afschuw geconstateerd dat er in Amsterdam nog helemaal geen mogelijkheden voor ontmoeting waren voor de brouwers die online al wel contact hadden.

Chaos in De Prael
Uiteindelijk staken Ronald en een handjevol andere hobbybrouwers een paar jaar terug in het proeflokaal van De Prael de koppen bij elkaar. “Dat was chaos.” Bij de tweede bijeenkomst zat er ongeveer twintig man. “Dat was nóg meer chaos. Toen hebben gezegd: hier moeten we structuur in brengen.” De Bierkaai was geboren. Tegenwoordig ontmoeten de leden elkaar ongeveer maandelijks. De vereniging organiseert onder andere workshops, brouwcursussen en proefavonden.

Deze avond is dus de laatste sessie van de brouwcursus. Eind oktober zijn de bieren gebrouwen en daarmee zijn ze nog wat “jong”. Een puntje dat veel terugkomt in de beoordeling. “Zet zo’n krat nog even een paar maanden weg”, is dan het advies. De proevers zijn geoefend. “Wat is dit voor gist, denk je? T58?” Maar ze zijn mild voor hun beginnende collega’s. “We geven eigenlijk geen onvoldoendes”, fluistert iemand.

“Hier kan je heel veel van leren”
Toch zakt één bier door zijn metalige smaak onder het minimale zesje. Vreemd, want een ander bier dat op exact dezelfde manier gebrouwen is, maar bij iemand anders is vergist, smaakt prima. De metaalsmaak van de zogeheten oxidatie kan bij het hevelen ontstaan zijn, oppert iemand. Of pas bij het bottelen, suggereert een ander. En zo buigt de hele groep zich over deze opvallende smaakaberratie. “Hier kan je heel veel van leren”, concludeert een meer ervaren brouwer goedkeurend.

Zelf dronk die inmiddels ervaren brouwer zijn eerste brouwsel ook “tegen heug en meug” op. “Die zou ik nu kiepen denk ik.” De IPA en Russian Imperial Stout die hij recentelijk brouwde vinden aan het eind van de avond gretig aftrek. De andere hobbybrouwers halen nadat de powerpointpresentatie met recepten en geplande bierevenementen is afgesloten ook allemaal hun eigen brouwsels tevoorschijn. Flessen in allerlei soorten en maten. Vaak met stift gelabeld, soms met eigenhandig vervaardigde etiketjes.

Daarna blijft het nog lang gezellig. Nou ja, tot de laatste treinen gaan. Want mensen komen van heinde en verre naar de avonden van de Bierkaai. 

Ook een keertje komen of een brouwcursus volgen? Por ze even. Vinden ze gezellig.