Je ziet er nog maar weinig van maar ooit stond op de Hoogte Kadijk, op een steenworp afstand van onze huidige brouwerij, Nederlands grootste brouwerij. Het enige knooppunt naar dat roemruchte brouwverleden is een metershoge stenen pilaar met daar bovenop een enorme gietijzeren valk met een kroontje op. Het is het enige overblijfsel van de toegangspoort van Brouwerij De Gekroonde Valk.
Die brouwerij opende zijn deuren al in 1733 en omdat de biermarkt in die periode nogal ongunstig was (mout duur, jenever goedkoop) werd er lange tijd ook azijn geproduceerd. Desalniettemin was de nieuwe brouwerij al snel succesvol. Toen de VOC in 1760 besloot het te importeren bier op kwaliteit te selecteren, behoorde de Gekroonde Valk tot het selecte gezelschap van zes Amsterdamse brouwerijen waarbij werd ingekocht. Het markeerde het begin van een toekomst waarin de brouwerij groot zou worden in wereldwijde export van zogeheten Falcon beer.
In 1791 lokte dat succes de Rotterdamse koopman Jan Messchert van Vollenhoven. Zijn overname van de brouwerij verschafte hem toegang tot de hogere sociale kringen van Amsterdam en vanaf dat moment zouden veel merken van de Gekroonde Valk trots de naam Van Vollenhoven dragen.
Halverwege de 19e eeuw exporteerde De Gekroonde Valk meer bier dan ooit naar West- en Oost-Indië. De hoge omzet stelde de brouwerij in staat te investeren in allerlei toepassingen die de technologische innovatie van die periode met zich meebracht. Stoommachines, meetapparatuur en grotere controle op gistculturen stelden brouwers opeens in staat om veel effectiever te brouwen.
Nieuwe directeur Willem Hovy had die investeringen net afgeschreven toen de volgende revolutie zich alweer aandiende. Die kwam per trein, uit Duitsland, en werd “Beijers bier” genoemd. Het bier dat we tegenwoordig pilsener noemen sloeg direct aan. Maar het was ondergistend en moest daarom, in tegenstelling tot het gangbare bovengistende bier, gekoeld worden. Dat vroeg om investeren in koeltechniek.
Dat had allemaal niet zo’n haast gehad als niet ene 22-jarige Gerard Adriaan Heineken in 1863 brouwerij de Hooiberg had opgekocht. Heineken investeerde flink in pilsener en was vanaf dat moment concurrent nummer één.
Naast de strijd met Heineken voerde Willem Hovy er ook nog een op een spiritueler front. Als diepreligieus man had hij de nodige zorgen over de goddeloze staat van de Amsterdamse onderklasse en hij gebruikte zijn financiële en maatschappelijke positie waar mogelijk om daar verandering in te brengen.
Willem Hovy werd zodoende vanuit zijn religieuze overtuiging een soort maatschappelijk ondernemer avant la lettre. Zijn werknemers kregen naast de nodige Bijbellezing ook de voor die tijd ongekende luxe van een vast loon, een pensioenfonds, een soort arbeidsongeschiktheidsverzekering en betaald verlof op christelijke feestdagen. Dit alles natuurlijk in de hoop dat die combinatie de arbeider weer nader tot God zou brengen. Vanuit dezelfde gedachte bouwde Hovy betaalbare arbeiderswoningen om de hoek, op de Czaar Peterstraat.
In zijn streven deze benadering breder te trekken vond Willem Hovy de ideale bondgenoot in predikant en politicus Abraham Kuyper. Het succes van de Gekroonde Valk maakte Hovy tot een invloedrijke financiële wingman van de gereformeerde politicus die het begin twintigste eeuw tot minister-president zou schoppen. Hovy legde onder andere een kwart van het startgeld van Kuypers’ Vrije Universiteit neer en stond garant voor het salaris van de eerste hoogleraren van de huidige VU. Bekend Amsterdams raadseltje in die periode: ‘Wie is tegelijkertijd brouwersbaas en kuypersknecht?’.
Zijn geloof hinderde Hovy allerminst bij de productie en verkoop van grote hoeveelheden alcoholhoudende drank. Bier was wat hem betreft het ideale middel om de arbeidersklasse van de jenever te genezen en hij lijkt heilig overtuigd te zijn geweest van het idee dat zijn bier de gezondheid ten goede kwam. Die gedachte bepaalde ook in grote mate de reclame voor het bier van de Gekroonde Valk, “de meest versterkende drank voor jong en oud”. Met name de Van Vollenhoven Stout zou een zeer heilzame werking hebben.
Later leek de brouwerij juist door de nadruk op gezondheid de slag om de Nederlandse bierdrinker te verliezen. De consument van de vroeg twintigste liet zich eerder overtuigen door de reclame van de brouwerijen die de smaak en het imago van hun bier benadrukten. Het verlies in die slag om de Nederlandse markt was cruciaal in de uiteindelijk neergang van de Gekroonde Valk.
Al eerder verloor Amsterdams grootste brouwerij het voordeel van de aanzienlijke internationale afzetmarkten. De Gekroonde Valk kon door de effecten van de Eerste Wereldoorlog, de moeilijke jaren twintig en dertig en een “dure” gulden steeds minder exporteren. Tot overmaat van ramp werd er in Nederland zelf veel minder Van Vollenhoven Stout gedronken.
Op de Nederlandse pilsenermarkt liep de Gekroonde Valk door die fatale mix van factoren al snel achter de feiten aan. De brouwerij miste het kapitaal om te investeren, Heineken en Amstel hadden dat wel en draaiden de concurrent gezamenlijk de duimschroeven aan. Dat was niet alleen een pijnlijk maar ook een lang proces dat uiteindelijk leidde tot definitieve sluiting in 1949.
De twee onbetwiste nieuwe biergrootmachten verdeelden wat nog van waarde was en zo werd de Gekroonde Valk ontmanteld. Wat ooit een levendig stuk industrie was werd een verpauperd buurtje. Van de brouwerij bleef weinig overeind. Een pilaar van de toegangspoort bleef staan, maar de gietijzeren valk die er op stond belandde in de Zuid-Afrikaanse tuin van een kleinzoon van Willem Hovy.
Buurtbewoners, verenigd in Stichting De Gekroonde Valk, traceerden de grote gietijzeren vogel toen er een culturele bestemming moest komen voor de anders te slopen stenen pilaar. Er werd een afgietsel van gemaakt in Zuid-Afrika en die kopie van de gekroonde valk vloog terug naar Amsterdam, waar hij weer landde op de pilaar. In 1993 onthulde Cabaretier Youp van ‘t Hek het beeld en de Van Vollenhoven Stout vloeide rijkelijk.
Daar bleef het niet bij. De stichting besloot de traditie voort te zetten toen Heineken in 2004 stopte met het brouwen van Van Vollenhoven Stout, dat het tot die tijd nog in beperkte oplage produceerde. De Gekroonde Valk, nu in de vorm van een stichting, kreeg de merklicentie van Heineken terug en in 2006 werd er weer stout gebrouwen en, nog belangrijker, getapt. Dat bleek voor herhaling vatbaar en sindsdien is het voormalige vlagschip van brouwerij De Gekroonde Valk elke winter weer bij een select aantal Amsterdamse cafés weer beschikbaar.
Het succes van de terugkeer van de Van Vollenhoven Stout smaakte naar meer. En dus liggen er plannen om met een eigen brouwerij weer Van Vollenhoven bieren te brouwen. Het statige 19e eeuwse pand dat bewoners van Amsterdam Oost kennen als het voormalige dierenasiel is de toepasselijke locatie voor die brouwerij en bijbehorend proeflokaal. Eind volgend jaar moet het de deuren openen en de valk na meer dan een vleugellamme halve eeuw zijn vleugels weer uit slaan.
Meer weten over de toekomst van de Van Vollenhoven bieren? Zie de website van de brouwerij die ze straks gaat brouwen.
Nog meer weten over de geschiedenis van brouwerij de Gekroonde Valk? Er is een boek: Geloof in de brouwerij: opkomst en ondergang van Amsterdams grootste brouwerij, van Rolf van de Woude (waarop het bovenstaande grotendeels gebaseerd is). Bestellen kan onder andere hier.
9 reacties op "De Gekroonde Valk: brouwgeschiedenis om de hoek"
Mijn voorvaderen (Jacob Pieterszn Kool en zijn zoon Jacob Kool) hebben de brouwerij gerund in de 18e eeuw. Opmerkelijk is dat Jacob Pieterszn Kool trouwt in Memmingen (Bayern in de buurt van Augsburg) met Regina Barbara Auracher. Op zoek naar brouwrecepten ? die hij vervolgens geintroduceerd heeft in Amsterdam ? Wil graag meer hierover weten.
Ha Frans, dat is een mooie geschiedenis. Wij hebben informatie kunnen halen uit het boek Geloof in de brouwerij, maar buiten dat kunnen wij je niet meer vertellen. Misschien kun je contact opnemen met de mensen van de stichting? Het algemene e-mailadres is: [email protected].
Ik heb in de jaren ’60 bij VRG-Papier gewerkt in hetzelfde gebouw, Hoogte Kadijk 43. De Valk stond er toen ook nog! VRG Papier nam het pand over in 1949. Er was een groot kantoor en pakhuis-ruimten.
Opvallend in het boek ‘Geloof in de brouwerij’ is dat de Amersfoortse Phoenix Brouwerij er niet in genoemd wordt. Verder staat er relatief weinig of geen informatie in over de enorme export die de brouwerij al vanaf midden negentiende eeuw had. In het boek ‘Van Amersfoortsch Beijersch tot Phoenix Brouwerij’ wordt dat ‘recht gezet’. Belangrijke relatie, immers begin jaren vijftig na de sluiting van Van Vollenhoven is het gehele export pakket overgenomen door de Phoenix Brouwerij. Een merk als Falcon is later voortgezet door Oranjeboom. Het boek is te bestellen via http://www.phetradico.com of via http://www.bol.com. In het boek is een gehele bijlage besteed aan de Van Vollenhoven export uit de jaren dertig van de twintigste eeuw.
Heel lang geleden werkte ik bij KPN, en kwam ik regelmatig in het depot. Toen de zaak gesloopt werd herinner ik me dat er een tijdje een grote ronde stenen of betonnen vorm zichtbaar was waar de ketel(s) in hadden gestaan.
Ook ik heb nog jaren gewoond aan de Hoogte Kadijk, en de replica van de Valk nog gesponsord. Ik geloof dat er in de voet van het beeld nu een document zit waarop alle sponsors staan. Het was heel bijzonder dat de Valk nog ergens is teruggevonden. Een soortgelijke speurtocht is en was gaande rondom de leeuwen die bij het Centraal Station stonden. Prachtig, die stadsgeschiedenis!
Ik heb een aantal jaren met vader, moeder en broertje recht tegenover de oude poort gewoond, het pand rechts van de poort heeft jaren dienst gedaan als onderdeel van PTT communicatie, het pand links van de poort heeft jaren dienst gedaan als opslag voor Defensie, kan me nog goed herinneren dat de Antar diepladers van Defensie regelmatig in de straat kwamen om goederen te leveren of op te halen.
Met vriendjes hebben we later het Pand van Defensie van binnen bekeken.
Tijdens renovatie van de straat is een grote riool put (doorsnee +/- 4 meter in het rond) bloot gelegd, de grond werkers moesten tijdelijk stoppen weet ik nog.
Mijn betovergrootvader was kuiper bij de gekroonde valk. Hij is met een hele grote biertour naar de expo in Parijs 1889 geweest. Ik heb hier een foto van. Hebben jullie daar ook materiaal over? Hij heette Sijbrant en was ook 2e secretaris van het toen opgerichte patrimonium.
Bijzonder Josine. Alle informatie die wij hebben komt uit het boek “Geloof in de brouwerij”. Buiten die rijke bron weten wij weinig extra. De mensen achter Stichting De Gekroonde Valk zijn waarschijnlijk erg nieuwsgierig naar dit verhaal. Misschien een idee om met hen contact op te nemen. Email: [email protected].
Mijn vader is tot aan de overname in dienst geweest als vertegenwoordiger bij de sluititing mochten ze alle iets uitzoeken. Zijn naam was alexander frederik van hensbergen.