Het is eind september, dat betekent dat langzaam maar zeker de verschillende bokbieren getapt en in huis gehaald worden. Maar wanneer spreekt men nou precies van bokbier en waar komt het eigenlijk vandaan? Er doen veel verhalen de ronde over de oorsprong van bokbier, maar niemand lijkt het met zekerheid te kunnen zeggen; één ding kunnen we je wel met zekerheid meegeven, dat je deze herfst veel bokbieren van ons mag verwachten.
Bokbier, in het Duits geschreven als bockbier, is een van oorsprong Duits seizoensbier. Er wordt onderscheid gemaakt tussen herfst- en lentebok. De eerste is een donker bier en beschikbaar van oktober tot en met februari. Het tweede is een licht amberkleurig bier en wordt gedronken in het voorjaar, zo ongeveer vanaf de vastentijd. Gezien het seizoen waarin we ons nu bevinden, gaat dit artikel vooral over herfstbok.
Hoewel veel Nederlandse bokbieren die tegenwoordig gebrouwen worden bovengistend zijn, is bokbier van oorsprong een bier van lage gisting met een alcoholpercentage van ongeveer de 6,5 procent. Het bier kenmerkt zicht door zijn rode kleur en karakteristieke moutige en karamelachtige smaak. Deze smaak heeft het bier te danken aan het feit dat de mout op hoge temperatuur gedroogd wordt waardoor de aanwezige suikers gaan karamelliseren en zodanig zorgen voor de karakteristieke zoete karamelsmaak waar bokbier bekend om staat.
Van oudsher is bokbier een echt feestbier, want het was namelijk het eerste brouwsel na de oogst van tarwe of gerst aan het einde van de zomer. Nadat de pas geoogste tarwe of gerst gemout was, kon het gebruikt worden voor het brouwen van bier, dit brouwsel was rond de herfst drinkbaar. Vandaar de naam: Herfstbok. Dit verklaart de helft van de naam, de ‘herfst’ in ‘herfstbok’. Maar met de ‘bok’ ligt het niet zo eenvoudig. Net zoals witbier zijn naam niet te danken heeft aan zijn witte kleur, heeft de naam van bokbier hoogstwaarschijnlijk niks te maken met bokken.
De naam ‘bokbier’ vindt zijn oorsprong in het Duitse stadje Einbeck, zo luidt de populairste theorie. Aannemelijk, want in dit Nedersaksische stadje liggen tevens de wortels van bokbier. In de middeleeuwen was Einbecker bier zeer populair binnen en buiten de stadsmuren van de stad. Maar doordat het voor ander steden erg duur was om Einbecker bier te importeren, probeerde zij het zelf te brouwen, zo waagde ook het Hofbräuhaus in het Beierse München een poging. Maar hoe hard de brouwers ook probeerden, hun brouwsels haalden het niet bij het origineel. Daarom werd Rond 1612 een Einbeckse brouwer ingeschakeld om het Einbecker bier te brouwen, hij stelde niet teleur. ‘Einbecker bier’ werd op z’n Beiers uitgesproken als ‘Ainpöckisch Bier’, verkort tot ‘Ainpöck’ wat ten slotte resulteerde in ‘Ein Bock’, iets dat je vandaag de dag nog in mening kroeg terug hoort.
Mocht je interesse in de geschiedenis van bokbier dermate geprikkeld zijn, dan raden wij je aan het boek ‘Bier in Nederland’ van Marco Daane eens open te slaan. Daane geeft hier een behoorlijk uitgebreid inzicht in de, soms nogal onduidelijke, geschiedenis van bokbier.
Het verhaal van bokbier in Nederland begint met een Amsterdammer genaamd Camphuynder die op 11 april 1843 in het Handelsblad aankondigt een ‘Münchener specialiteit’ te verwachten. Vanaf dat moment was bokbier een vaste naam op de bierkaarten van cafés door het hele land. De eerste bok van Nederlandse bodem komt voor de rekening van A. Alingh Bulthuis, die op 11 februari 1853 liet weten een nieuwe beierse brouwerij te zijn begonnen: De Struisvogel.
In de jaren tachtig van vorige eeuw is bokbier wederom herontdekt door bierminnend Nederland. Deze populariteit van bokbier is mede te danken aan de vele evenementen die in het teken staan van bokbier. Eén van die evenementen is het PINT Bokbierfestival, dit festival is het grootste van Europa en wordt al sinds 1978 georganiseerd. Dit jaar vindt het PINT Bokbierfestival van 27 tot en met 29 oktober in de Amsterdamse Beurs van Berlage plaats. Uiteraard zijn wij hier aanwezig met onze IJbok en drie speciale bokbieren. Zien we je daar?