Onze brouwer Arvin komt van Aruba, niet direct de eerste plaats die je met Duits bier associeert maar sinds hij af en toe met zijn Nederlandse schoonvader vanuit Enschede de grens over hopt is het aan tussen onze Caribische man en het bier van onze Oosterburen. Wat hem er zo in aanspreekt? “Het is zóó lekker, je kan er gewoon veel van drinken, je wordt er niet heel dronken van.” Sinds hij twee jaar geleden brouwer bij ons werd is zijn waardering voor de Duitse collega’s alleen maar groter geworden. “Die gasten kunnen zóó goed bier brouwen, je kan daar gewoon niet mis gaan.”
Toen Arvin zelf een eigen bier bij ons mocht gaan ontwikkelen, was de keuze voor de stijl dan ook snel gemaakt. Hij wilde terug naar de brouwkunst waarin mout en hop elkaar in balans houden en, zoals Arvin zegt: “Wie weten dat beter te doen dan zhe Germans?”
Kellerbier
Het werd een Kellerbier, een ondergistende Duitse stijl die qua smaak, en soms ook qua uiterlijk, tegen pils aanschurkt. Kellerbier is ongepasteuriseerd en ongefilterd en door dat laatste vaak wat troebel. Binnen die troebele stijl heb je wel weer twee varianten. De Helles is, zoals de naam al suggereert, de lichte variant en ziet eruit als een wat troebele pils. De Märzen is de amberkleurige versie en dankt zijn naam aan het feit dat het rond maart wordt gebrouwen met zogeheten lentegerst. Vervolgens gaat het dan tijdens de zomer de kelder in zodat je je er in oktober feestelijk aan tegoed kan doen.
Arvins Kellerbier valt tussen beide varianten in. “Ik wil niet in de box blijven.” Dat kan gewoon want heel strak gedefinieerd is de stijl niet. Het bier zou een tijdje in de kelder moeten liggen en een kelder hebben we gelukkig. “Hij is net iets donkerder dan een Helles maar hij is ook nog net niet amberkleurig.” De bitterheid houdt eveneens het midden tussen de twee versies. “Die zit aan de hoge kant voor de Helles maar aan de lage kant voor de amber.”
Deutschland über alles
Arvin ging serieus te werk en koos voor ‘puur Duitse producten’. Alles moest uit Duitsland komen. “Als je Duits bier gaat brouwen, doe je dat niet met Belgische mout”, vindt Arvin en dus koos hij ook voor typisch Duitse nobelhoppen als Tettnang en Hallertau Mittelfrüher. Zelfs onze eigen karakteristieke gist moest wijken voor zijn ideale bier. Arvin koos in plaats daarvan natuurlijk voor een Duitse gist. “Het vergist langzaam”, legt hij uit, “je hebt minder gistprofiel.” Alleen het kraanwater geeft dit bier nog iets van ‘Mokums karakter’.
Die Duitse aromahop moest van Arvin aanwezig maar ‘niet te overheersend’ zijn en dus liet hij het voor het koken al even meeweken. Daardoor biedt de hop nu mooi tegenwicht aan de zoetigheid van de mout zonder dat het veel hoppigheid oplevert. De beoogde balans tussen zoetheid en bitter was daarmee gevonden. Het is een mooi bier geworden waar je de mout én de hop subtiel in terug proeft. Veel smaak dus, zonder dat het al te complex wordt. We noemden dit bier dan ook naar de Duitse brouwers, die het strakke en subtiele bier tot kunst verhieven – en naar Arvin, die Geerman van z’n achternaam heet: Zhe Ge(e)rman.
Stel, je bent nu nieuwsgierig geworden naar de wondere wereld van het Duitse bier, waar moet je dan beginnen? “Het maakt eigenlijk niet uit wat je drinkt in Duitsland man”, zegt Arvin, “alles is zo lekker daar.” Maar als je toch een keer tussen de Duitse bieren staat, raadt hij je aan eerst goed naar de etiketten te kijken, want ‘die zeggen heel veel’. “Zie je een leuk etiketje, met een beetje ouderwetse dingen erop, een verhaaltje waar je bijna niks van begrijpt, dan kan je niet mis gaan.”
Favoriete Duitse bieren
Als Arvin in een Duitse bierwinkel staat wil hij eigenlijk het liefst alles in de kofferbak van z’n schoonvader laden maar uiteindelijk kiest hij toch vaak voor de volgende brouwerijen:
- Hacker-Pschorr: “Hun Kellerbier is de shit!” Het is ook een van de inspiratiebronnen voor Zhe G(e)erman. “Wel een hele grote schoen om te vullen, zo’n Duits bier te brouwen”.
- Kulmbach Mönchshof: “Hun landbier is lekker. Hun Kellerbier is ook lekker. Hun pils ook.”
- Algauer: “Een brouwerij vlakbij de Oostenrijkse grens”, weet Arvin. “Hun Edelbräu Helles is zóó goed.”
- Bayreuther: hun Zwickl-bier, “dat is wat funkier en wat bitterder”.
Zie je door alle Duitse brouwerijen het bier niet meer, dan kan je ook gewoon voor een landbier kiezen. “Dat is altijd lekker”, aldus Arvin, “maakt niet uit van welke brouwerij.”
In Amsterdam is het voorlopig makkelijk kiezen want Zhe G(e)erman zit in ons proeflokaal nog wel even op tap.
Bis bald!
1 comments on "Zhe Ge(e)rman: Duits bier op z’n Arubaans"
Wat een super leuk verhaal Arvin, ik zou bijna het bier gaan proeven, succes met de verkoop ervan.